Gebrandschilderde ramen

De gebrandschilderde ramen boven het priesterkoor zijn ontworpen door Lambert Lourijsen (1885-1950) uit Haarlem en vervaardigd door Gebr. Beier uit Keulen.

Boven het mozaïek van Maria van Vrede (Maria met Kind) staan op het linker raam drie korenaren afgebeeld, dit symboliseert Christus die het brood des levens is.

Het middelste raam toont de Ark van het Oude Testament, waarin de tora- boekrollen worden bewaard (de tora zijn de eerste 5 boeken van de bijbel). aard. Op het rechter raam staan de priestertekenen afgebeeld, dit zijn de kelk, de stola en de bijbel.

Het raam boven de linker deur toont een in het wit geklede engel met stola en in de handen een pateen (schaal voor de hostie) met daarboven de Heilige Hostie. Hierbij staat de tekst vermeld: ‘Accipite et come dite, hoc est enim corpus meum’ (vertaling: ‘Neem en eet, want dit is Mijn lichaam’).


Het raam links van het hoogaltaar toont een engel met gespreide vleugels en een tempeltje in de hand, waarin de Heilige Geest zweeft in de gedaante van een duif. Aan weerszijden van het raam staat een bron afgebeeld waaruit drie stromen water vloeien en dit duidt op de drievoudige besproeiing met het doopwater. Hierbij staat de tekst die wordt uitgesproken tijdens de doop: ‘Ego te baptizo in nomine Patris et filii et spiritus sancti’ (vertaling: ‘Ik doop u in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest’). Het ritueel van het Heilig Doopsel bestaat uit het driemaal overgieten met doopwater en de zalving met heilig chrisma; dit geschiedt door de pastoor.


Het raam boven het hoogaltaar is een voorstelling van de Heilige Geest in de gedaante van een duif, omgeven door een aureool van licht en een wolkenrand. Aan weerszijden van het raam staat een wierookvat afgebeeld waaruit wierook opstijgt; dat is het symbool van het ten hemel opstijgende gebed. De kleuren groen en rood staan symbool voor respectievelijk hoop en liefde.

Het raam rechts van het hoogaltaar toont een engel met in de handen een ronde schijf met een voorstelling van de Heilige Geest in de gedaante van 7 vurige tongen, de voorstelling van de 7 gaven van de Heilige Geest staat (verkregen door het Heilig Vormsel).

Links van het raamstaat een voorstelling van het kruis met twee gekruiste palmtakken; rechts van het raam een oliekruikje met twee olijftakken. Hierbij staat de tekst die wordt uitgesproken tijdens het Heilig Vormsel: ‘Signo te signocrusis et confirmo te chrismate salutis’ (vertaling: ‘Ik teken u met het teken van het kruis en ik vorm u met de zalf van het heil’). Het ritueel van het Heilig Vormsel bestaat uit de handoplegging en de zalving met heilig chrisma; dit geschiedt door de bisschop of de vicaris.

Het raam boven de rechter deur (sacristie) toont een in het wit geklede engel met stola en in de handen een kelk. Hierbij staat de tekst vermeld: ‘Bibite ex hoc omnes, hic est enim sanguis meus’ (vertaling: ‘Drink hier allen uit, want dit is Mijn bloed’).

Boven het Heilig Hartmozaïek staan op het linker raam de sleutels van de Heilige Petrus afgebeeld; Petrus is immers de apostel aan wie sleutelmacht gegeven is om het Rijk van God in de hemel binnen te mogen gaan.

Het middelste raam toont de Heilige hostie, die niet door het vuur verteerd wordt. Dit verwijst naar het Mirakel van Amsterdam van 1345 (een door een stervende man in Amsterdam uitgebraakte hostie komt ongeschonden uit het brandende haardvuur tevoorschijn).

Op het rechter raam staat de Heilige Schrift afgebeeld met daarop de tekens Alpha en Omega (de eerste en de laatste letter van het Griekse alfabet). Jezus heeft immers gezegd dat hij de oorsprong en het einde is.